
Pijler 2 van Pedagogische Kwaliteit uitgelicht: Interactievaardigheden - waar moet jij op letten als Houder?
Interactievaardigheden - waar let de GGD op?
In deze blogreeks bestaande uit 4 blogs lees je wat Pedagogische Kwaliteit voor de kinderopvang betekent en waar de GGD op let bij het beoordelen ervan tijdens een inspectie.
Rustig blijven wanneer meerdere kinderen tegelijk iets vragen, behoeften erkennen, structuur aanbrengen en laten zien dat ze iedereen serieus neemt; een goede pedagogisch medewerker beheerst interactievaardigheden waardoor kinderen zich gezien voelen, leren samenwerken en wachten. Wat die interactievaardigheden precies zijn en hoe de GGD ze controleert? Daar gaan we in deze tweede blog dieper op in.
Een opfrisser: Pedagogische kwaliteit in het kort
- Pedagogische kwaliteit laat zien in hoeverre de kinderopvang bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen. De overheid legt dit vast in wetten en de GGD toetst dit tijdens inspecties.
- De Pedagogische Kwaliteit rust op vier pijlers zoals wij ze hanteren in onze Leerlijn.
- In onze vorige blog bespraken we Pijler 1: de vier pedagogische basisdoelen. Pijler 2, ‘Interactievaardigheden’, gaat over hoe je personeel op de groep deze behoeften in de praktijk ondersteunt.
Onze vorige blog waarin we meer vertellen over de eerste pijler van Pedagogische Kwaliteit, ‘De vier basisbehoeften’, nog niet gelezen? Je vindt ‘m hier.
Tweede pijler: Interactievaardigheden
‘Interactievaardigheden’ laten zien hoe pedagogisch medewerkers met kinderen omgaan en hen ondersteunen, bijvoorbeeld door sensitief te reageren, duidelijk uitleg te geven en een voorspelbare structuur te bieden.
De GGD toetst deze pijler tijdens inspecties, waarbij ze letten op hoe jouw pedagogisch medewerkers communiceren, emotionele steun bieden en bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen. Daarom zetten we de zes interactievaardigheden hieronder voor je op een rij.
1. Emotionele ondersteuning
Een kind troosten dat huilt en nabijheid bieden wanneer nodig is onmisbaar. Je medewerkers moeten sensitief zijn en kunnen vertalen wat een kind nodig heeft, bijvoorbeeld door hechtsignalen te herkennen. 💡 De GGD-inspecteur moet kunnen observeren dat de medewerkers alert zijn op behoeften van de kinderen en hier tijdig en adequaat op reageren.
2. Respect voor autonomie
Kinderen zo veel mogelijk de leiding geven in hun ontdekkingstocht. Wil een peuter zelf haar jas aantrekken? Dan geeft een medewerker haar de tijd en helpt alleen als het echt nodig is, natuurlijk wel passend bij het ontwikkelingsniveau van het kind. 💡 De GGD inspecteur moet kunnen zien dat jouw medewerkers het kind de leiding geven waar dat mogelijk is.
3. Structuur en grenzen
Medewerkers zijn duidelijk naar de kinderen: ‘’We ruimen nu de blokken op, daarna gaan we fruit eten’’. Die voorspelbaarheid en rust is belangrijk voor kinderen. Jouw medewerkers begrijpen waarom en bieden kinderen structuur en grenzen op een manier die hen helpt. 💡 De GGD inspecteur observeert of de structuur en grenzen bijdragen aan een goede sfeer op de groep.
4. Zeggen wat je doet en benoemen wat je ziet
Door de dag heen begeleidt de medewerker kinderen steeds verbaal, bijvoorbeeld ‘’Ik leg de bordjes neer zodat we straks gezellig samen kunnen eten’’. Zo leren kinderen woorden koppelen aan handelingen; cruciaal voor hun ontwikkeling. 💡De GGD inspecteur zal er op letten of medewerkers zeggen wat ze doen en benoemen wat ze zien.
5. Ontwikkeling stimuleren
De medewerker houdt rekening met de zone van naaste ontwikkeling en sluit aan bij wat het kind aankan. Bouwt het kind een blokkentoren? Dan moedigt de medewerker het kind aan om te ontdekken of er nog een blok bovenop kan. 💡 De GGD inspecteur kijkt of medewerkers kansen grijpen om de ontwikkeling op een speelse manier te ondersteunen.
6. Onderlinge interactie begeleiden
De pedagogisch medewerker stimuleert interacties tussen kinderen en creëert leermomenten. Ze weet wanneer ze moet ingrijpen en wanneer ze situaties beter kan laten ontstaan. Willen twee kinderen met dezelfde auto spelen? Dan begeleidt ze dit zonder het over te nemen, zodat de kinderen leren delen, onderhandelen en samen oplossingen vinden. 💡 De GGD inspecteur observeert hoe jouw pedagogisch medewerkers dit doen.
De interactievaardigheden kennen
In de praktijk vormen de interactievaardigheden de bouwstenen van hoe jouw medewerkers communiceren, kinderen begeleiden en hun ontwikkeling stimuleren. Kent jouw team deze zes vaardigheden écht goed, en kunnen jullie uitleggen hoe je ze toepast? Dat maakt tijdens een inspectie het verschil tussen “prima” en “sterk en professioneel”. En natuurlijk gaan jullie voor dat laatste!
👉🏼 Bespreek daarom samen hoe jullie de interactievaardigheden toepassen in de praktijk en hoe ze de ontwikkeling van kinderen op jullie groep stimuleren. Met extra scholing en cursussen kan je team nog professioneler en zelfverzekerder werken; zowel in de dagelijkse praktijk als tijdens de inspectie.
Ps. Ben je benieuwd hoe het gesteld is met de Pedagogische Kwaliteit van jouw organisatie? Doe dan onze gratis kwaliteitsscan. Op basis van wat de GGD wil zien, maken wij samen een plan én adviseren we welke scholing of trainingen jouw pedagogisch medewerkers sterker maken, zodat je inspectie vlekkeloos verloopt.